Werk is meer dan inkomen – het is waardigheid

Elke keuze die je maakt als sociaal professional raakt mensenrechten – vaak zonder dat je het direct doorhebt.

Of je nu cliënten ondersteunt bij het vinden van werk, beleid uitvoert of iemand begeleidt die zijn baan dreigt te verliezen: telkens gaat het om één van de belangrijkste basisrechten – het recht op werk.

Dat recht is vastgelegd in internationale verdragen, zoals het Universeel Verdrag voor de Rechten van de Mens.

Maar nog belangrijker: je ziet het elke dag terug in de praktijk. Werk geeft niet alleen inkomen, maar ook eigenwaarde, stabiliteit en een plek in de samenleving.

Denk aan iemand die zijn baan verliest: het gaat dan niet alleen om geld, maar om waardigheid en erbij horen.

Of denk aan een jongere die voor het eerst werk vindt: ineens krijgt diegene structuur, zelfvertrouwen en een netwerk.

Door werk voelen mensen dat ze meedoen en bijdragen, en dat gevoel is terecht.

🎓 Advies aan studenten

Oefen tijdens je studie regelmatig met denken én handelen op drie niveaus:

  • Micro – directe ondersteuning van cliënten bij het vinden en behouden van werk, zoals hulp bij sollicitaties, begeleiding op de werkvloer of het creëren van leerwerkplekken.

  • Meso – de rol van organisaties, scholen of samenwerkingsverbanden in het toegankelijk maken van werk voor iedereen.

  • Macro – beleid, wetgeving en internationale verdragen die bepalen hoe het arbeidsrecht en sociale zekerheidsstelsel zijn ingericht.

Door deze drie niveaus toe te passen, zie je dat werk geen privézaak is maar een maatschappelijk recht. Mensenrechten klinken misschien groot en ver weg, maar in jouw toekomstige werk kom je ze elke dag tegen.

Wie het recht op werk herkent en erkent, ziet de waarde van mensen – en wordt daardoor sterker als professional én als mens.