Speciaal Onderwijs (NL)
Speciaal onderwijs in Nederland is verdeeld in vier clusters, afhankelijk van de ondersteuningsvraag:
Cluster 1: visuele beperking
Cluster 2: auditieve beperking of ernstige spraak-/taalproblemen
Cluster 3: lichamelijke of verstandelijke beperking, langdurige ziekte of meervoudige beperkingen
Cluster 4: psychiatrische stoornissen of ernstige gedragsproblemen
Mijn ervaring ligt vooral in cluster 3, waar kinderen begeleiding krijgen die aansluit op hun mogelijkheden en tempo.

Pedagogische inzichten in de praktijk
Ik werkte met kleine stappen en veel herhaling, steeds met activiteiten die aansloten bij de belevingswereld van het kind. Succeservaringen werden bewust teruggehaald zodat het zelfvertrouwen kon groeien. Door structuur en duidelijkheid te bieden, wisten kinderen wat ze konden verwachten. Tegelijkertijd stemde ik mijn aanpak steeds af op het tempo en de mogelijkheden van ieder kind.

Wat kinderen nodig hadden
Naast kennisoverdracht draaide het om nabijheid, veiligheid en erkenning. Kleine stappen vooruit – zoals het leren strikken van schoenen of het zelfstandig afronden van een taak – werden waardevolle mijlpalen die we bewust samen vierden. Zulke momenten gaven kinderen het gevoel: ik kan dit, ik hoor erbij en ik groei verder.

Soms gebeurde dat samen, soms alleen – tijdens een klaarstaande taak, een spreekbeurt of een kleine presentatie. Steeds ging het om het laten zien van talenten in een veilige omgeving, waar waardering voelbaar was en kinderen in hun kracht werden gezien. Precies daar lag de basis voor hun zelfvertrouwen en veerkracht.

Krachtgericht werken
Wat aanwezig was, stond centraal – niet wat er ontbrak. Door talenten en mogelijkheden te benadrukken groeide het zelfvertrouwen zichtbaar. Zo kon een kind dat moeite had met lezen toch trots de “voorlezer van de dag” worden. Dit lukte omdat de tekst werd aangepast aan het niveau van het kind, we samen oefenden in kleine stappen en hij of zij de steun van de groep voelde. Het moment van voorlezen werd zo een ervaring van succes in plaats van spanning – een klein moment, maar een groot verschil in eigenwaarde.


Ook andere kinderen ontdekten onverwachte talenten. Een leerling die onzeker was met rekenen, blonk uit in creatieve opdrachten. Een ander, die moeite had met lezen, bleek juist een geboren verhalenverteller. Tijdens het samenwerken in groepjes werd steeds opnieuw zichtbaar dat ieder kind iets unieks bijdroeg.
In deze aanpak stond steeds centraal hoe belangrijk het is om te kijken naar wat wél lukt. Dat was het uitgangspunt van mijn begeleiding, en telkens weer was het bijzonder om te zien hoe kinderen daardoor trots, motivatie en vertrouwen ontwikkelden.
Alles wordt gevierd
Vieren gaat verder dan mogelijkheden of cultuur alleen – het gaat om het erkennen van verschillen als bron van gelijkwaardigheid. Ieder mens neemt zijn eigen achtergrond, waarden en kracht mee. Wie weet van waar hij komt, begrijpt beter waar hij nu staat en welke weg nog openligt.


Tijdens Keti Koti werd dit zichtbaar: we stonden stil bij vrijheid en verbondenheid, en iedereen deed mee. Het was niet alleen een feest, maar ook een herinnering dat gelijkwaardigheid juist groeit vanuit onze verschillen. Dit principe zie je net zo goed in onderwijs (ieder kind zijn eigen tempo), in zorg (nabijheid en erkenning) en in samenleving en werk (ruimte geven aan ieders kracht).

Wie mogelijkheden durft te zien, ontdekt dat dáár de sleutel tot groei ligt – een les die het speciaal onderwijs mij gaf!